Hangjongeren rondom Randstadrailstation Leidschenveen in Den Haag vallen omwonenden lastig. Bewonersorganisatie Leidschenveen (BOL) slaat alarm na meerdere verontrustende signalen over onder meer intimidatie en drugsgebruik- en handel in de avonduren.

Niels Hunck (voorzitter van de Bewonersorganisatie Leidschenveen)  wil graag camera’s en extra toezicht bij het station in Leidschenveen.

„Bewoners worden achtervolgd, nageroepen en soms ook belaagd”, legt BOL-voorzitter Niels Hunck uit. „Er zijn mensen die ervoor hebben gekozen om ’s avonds laat een halte eerder uit te stappen om het station Leidschenveen te vermijden”, zegt Hunck.

Een ondernemer van het naastgelegen winkelcentrum, die anoniem wil blijven, bevestigt dat het probleem van hangjeugd al jaren speelt. „Overdag doen ze eigenlijk niets, dus dan kan je hen er ook niet op aan spreken, maar ’s avonds ga ik niet alleen naar mijn zaak.”

„Medewerkers van een supermarkt worden vaak ’s avonds na sluitingstijd lastiggevallen”, vertelt de ondernemer, die aangeeft dat mensen huiverig zijn om melding te doen bij de politie. „Een andere ondernemer kreeg al eieren tegen zijn ramen nadat hij dat deed.”

De lage meldingsbereidheid uit angst voor represailles van ondernemers en omwonenden is precies het probleem, stelt Hunck. „Angst is een slechte raadgever. Ik wil iedereen die dingen ziet die het daglicht niet kunnen verdragen, oproepen om dat wel te melden bij politie, handhaving of de gemeente. Zonder meldingen kunnen zij weinig.”

Hij benadrukt dat Leidschenveen nog altijd allesbehalve een getto is, maar vreest wel dat de overlast van hangjeugd bij geen actie alleen maar toeneemt. Daarnaast zijn er twee incidenten in korte tijd geweest: een steekincident donderdag op de Zoetermeerse Rijweg en een beroving en bedreiging van een 14-jarige op zondag 18 oktober op de Laan van Leidschenveen.

„Geen idee of er een verband is met de hangjeugd, maar het is wel verontrustend”, stelt de BOL-voorzitter. Een 22-jarige bewoonster van Leidschenveen zegt ook ’het Randstadrailgebied in de avond te vermijden’. „Ik word vaak nageroepen door jongeren en heb het idee dat er wordt gehandeld in drugs.”

De BOL kaartte het probleem al aan bij de gemeente, die hiervan schrok. „Het is dus geen verwijt naar de gemeente. Die zien weinig meldingen, waardoor het moeilijk is om de vinger op de zere plek te leggen.”

Hunck hoopt dat het probleem ook door de lokale politiek wordt opgepakt. „Veel mensen melden via via bij de bewonersorganisatie dat zij zich onveilig voelen. Meer surveilleren, betere verlichting en ook cameratoezicht kan helpen. Misschien gaat het om schijnveiligheid, maar het gebied wordt dan toch in de gaten gehouden en als er iets gebeurt kunnen de beelden worden teruggekeken.”