Ongeboren baby's die via hun moeder fijnstof binnenkrijgen, hebben als kinderen een verhoogde kans op psychische stoornissen als ADHD of verslavingsgevoeligheid.

Uit onderzoek van het Erasmus MC blijkt dat luchtverontreiniging invloed heeft op de hersenen en de cognitieve functie bij kinderen. Ongeboren baby's krijgen via de baarmoeder van hun moeder giftige stoffen uit de omgeving binnen. De hersenen van de ongeboren baby zijn kwetsbaar en nog niet in staat deze giftige stoffen te weren.

De onderzoekers hebben het luchtvervuilingsniveau bij de gezinnen thuis gemeten en een hersenscan afgenomen bij 783 kinderen. Wat blijkt? Als een kind in de baarmoeder wordt blootgesteld aan kleine deeltjes fijnstof, wordt dat in verband gebracht met een dunnere hersenschors.

Moeite met concentreren

Hierdoor kunnen kinderen op latere leeftijd moeite hebben met hun concentratie, de aandacht vasthouden en dus ook de leerprestaties. De studie toont ook aan dat door de hersenverschillen kinderen meer moeite kunnen hebben om verleidingen te weerstaan en hun impulsen te reguleren. Dit kan leiden tot psychische problemen als verslavingsgedrag en ADHD.

Zelfs als de fijne deeltjes in de lucht onder de huidige Europese norm blijven, is er schade. Alle adressen waar werd gemeten bleef de hoeveelheid fijnstof onder de EU-norm van 25 microgram per kubieke meter.

Het onderzoek maakte gebruik van gegevens uit Generation R, dat is een groot bevolkingsonderzoek in Nederland waarbij zwangere vrouwen en hun kinderen worden gevolgd. Het resultaat staat vandaag in Biological Psychiatry.

****