Wist u dat de remweg van een auto met zomerbanden op een besneeuwde weg en bij matige snelheid ruim vijf keer zo lang is als op een droge weg? 

Op een droge weg is de gemiddelde remweg in dat geval 12 meter. Op een natte weg gaat het om 14 tot 15 meter. Op een besneeuwde weg is de remweg voor een auto met winterbanden al gauw zo'n 30 meter. Een auto met zomerbanden heeft in de sneeuw ongeveer 65 meter nodig om stil te staan.

Winterbanden zijn bedoeld voor het rijden in sneeuw en sneeuwmodder. Ze hebben een ander profiel dan zomerbanden, waardoor de sneeuw zich niet ophoopt in het rubber maar meteen wordt ‘weggeslingerd'. Ook bij ijzel zijn winterbanden beter dan zomerbanden.

Andere tips bij gladheid gaan over gas geven en remmen. Vooral optrekken vanuit stilstand kan bij sneeuw en ijzel problemen opleveren, zoals glijpartijen. Een belangrijke regel is: geef weinig gas en laat de koppeling heel rustig opkomen. Te veel gas kan slippende banden tot gevolg hebben, waardoor de auto zich zou kunnen ingraven. Wegrijden in de tweede versnelling wil vaak wel helpen.

Wat betreft het afremmen bij moderne auto's is de truc om niet ‘pompend' (steeds een beetje) te remmen. Soms moet je hard remmen, soms juist helemaal niet, aldus de ANWB. Het antiblokkeersysteem (ABS), dat wordt ingeschakeld bij een noodstop, functioneert het beste als automobilisten de remdruk hoog houden. ‘Het is dan zaak zowel je rem als je koppeling - bij voorkeur tegelijkertijd - hard in te trappen. Schrik niet als je rempedaal gaat trillen. ABS zorgt ervoor dat je wielen blijven draaien en daardoor kun je blijven sturen als dat nodig is.' Soms is het beter om helemaal niet te remmen, bijvoorbeeld in bochten. Een bestuurder kan beter het gas loslaten om vaart te minderen. ‘Geef pas weer gas als je de bocht uit bent'.

*****