Gemeenten in de Haagse regio hebben nog een lange weg te gaan als het gaat om het benutten van zonne-energie. De meeste bungelen, afgezet naar het aantal inwoners, onderaan de nationale ranglijst.

 

De koplopers zijn landelijke gemeenten met veel eengezinswoningen in eigendom en met een hoger dan gemiddeld inkomen

Op het eerste gezicht lijkt het allemaal nog wel mee te vallen. Den Haag behaalt volgens het rapport Zon zoekt gemeenten van milieuorganisatie Natuur & Milieu bijvoorbeeld een nationale 14de plek als het gaat om het totale vermogen dat binnen de grenzen wordt opgewekt door zonnepanelen. Dat is overigens wel ver achter de nummer 1, Amsterdam.

Deel je dat opgewekte vermogen door het aantal inwoners, dan krijg je opeens een heel ander verhaal. Den Haag is dan plotseling terug te vinden op plek 388, nog twee plekken hoger dan Amsterdam trouwens. De clou van het verhaal is dat grote steden het altijd afleggen tegen kleinere plattelandsgemeenten, als je het afzet tegen het aantal inwoners.

Dat is ook logisch, zegt Natuur & Milieu in het rapport. 'De koplopers zijn landelijke gemeenten met veel eengezinswoningen in eigendom en met een hoger dan gemiddeld inkomen. Daarmee hebben zij een geschikte woningvoorraad voor het plaatsen van zonnepanelen en kunnen veel bewoners zich de investering veroorloven.' Grote steden kortom, met veel huurwoningen, veel hoogbouw en een lager gemiddeld inkomen, scoren altijd slechter.

Maar het is niet het hele verhaal. Het verklaart wel waarom van de Haagse regio een landelijke gemeente als Midden-Delfland het hoogst scoort bij het vermogen naar inwoner (nummer 119), maar niet waarom Westland met een 9de plek als het gaat om het totale vermogen beter scoort dan Den Haag.

En daar komt dus nadrukkelijk de rol van gemeente of bedrijfsleven om de hoek kijken. Als het bijvoorbeeld aan directeur Herwi Rijsdijk van bedrijventerrein ABC Westland in Poeldijk ligt, stijgt Westland binnenkort nog wel een paar plaatsjes. Hij wil op de daken van het terrein 16.000 zonnepanelen gaan plaatsen.

,,Die zonnepanelen passen precies in ons verbruiksprofiel: als de zon schijnt hebben we veel koeling en dus elektriciteit nodig. 's Nachts en in de winter ligt ons energieverbruik veel lager. Duurzaam is niet een doel op zich, we doen dit vooral om aantrekkelijk te zijn voor huurders,'' aldus Rijsdijk.

Projecten uit het bedrijfsleven zouden echter veel meer ondersteuning vanuit de lokale overheid moeten krijgen. Delft is bijvoorbeeld van plan het dak van het nieuwe gemeentehuis vol te leggen met de zonnepanelen en die ter beschuikking te stellen aan mensen die niet over een dak beschikken waar een paneel op kan worden geplaatst. En GroenLinks in Den Haag wil dat wordt onderzocht of er zonnecellen langs de rijksweg kunnen worden geplaatst.

Dergelijke projecten zijn belangrijk voor de regio, maar ook voor Nederland als geheel. De landelijke overheid heeft zich namelijk tot doel gesteld in 2020 14 procent duurzame energie op te wekken.Op dit moment, vijf jaar voor het aflopen van de deadline, komen we niet verder dan 4,8 procent. Zonne-energie maakt daar slechts voor 0,2 procent onderdeel vanuit.